De orgaanklok.

De levenskracht, met zijn beide componenten het Yang en het Yin, beïnvloedt de hele natuur, zowel de levende als de dode materie. Ook de mens, als onderdeel van de kosmos, ondervindt de inwerking van deze kracht, die invloed uitoefent op de levensverrichtingen en het functioneren van het lichaam en de geest. De organen van het lichaam produceren energie, die weer inherent is aan het leven zelf. Deze wordt via de meridianen, als gekoppelde energiegeleidingswegen, over het lichaam verdeeld.
De meridianen zijn met elkaar verbonden in een bepaalde volgorde, zodat de energie van de organen als geheel in het lichaam circuleert en van de ene meridiaan in de ander overgaat in een gesloten en geordend systeem. Daar ieder orgaan een bepaald aandeel levert in de energieproductie en er een overgang is van de ene meridiaan naar de andere, werkt een te sterk of een te zwak functionerend orgaan storend op de energetische verhoudingen van de andere, waardoor deze met pathologische verschijnselen kunnen reageren.
De energieoverdracht vindt plaats tussen twee Yang- en twee Yinorganen, bijvoorbeeld van lever naar de long, beide Yinorganen, van dikke darm naar maag, beide Yangorganen, dan weer van milt-pancreas naar hart, beide Yinorganen, van dunne darm naar blaas, beide Yangorganen, van nier naar kringloop, beide Yinorganen, van 3-voudige verwarmer naar galblaas, beide Yangorganen, en dan weer naar de lever waardoor de kringloop gesloten wordt.
De organen werken over een etmaal gezien niet allemaal even krachtig, zodat men voor ieder orgaan uren van grotere en van kleinere activiteiten kan onderscheiden, hetgeen zich manifesteren in hormonale en chemische veranderingen in het bloed. Een grotere activiteit van een orgaan is aan een speciale tijd van het etmaal gebonden. In de orgaanklok staan de tijden van grotere activiteit vermeld.
De tijden waarop een orgaan maximaal functioneert hebben een belangrijke betekenis voor de diagnostiek, maar ook voor de therapie.